Jehovah of Jezus in brieven Petrus?

Jehovah of Jezus in brieven Petrus? In de Nieuwe Wereldvertaling (NWT) komt in 1 en 2 Petrus de Naam Jehovah voor, als vertaling van het Griekse woord “Kurios”. Maar dat is niet in alle gevallen zo. Alleen waar dat volgens het wachttorengenootschap (WTG) mogelijk is. Waar dat niet het geval is, staat is het woord “Heer” de vertaling van “Kurios”. De vraag is of het “herstellen” van de Naam Jehovah door de Jehovah’s Getuigen (JG) correct is? Mijn antwoord is: nee, zeker niet!

De twee brieven van de Apostel Petrus beginnen allebei met:

“Petrus, een apostel van Jezus Christus, …”

Petrus is persoonlijk door de Here Jezus Christus uitgezonden en staat daarmee in Zijn dienst. Net als alle andere schrijvers in het Nieuwe Testament. Dat is ook duidelijk te lezen, want het gaat altijd om de Here Jezus Christus, Christus Jezus, Jezus Christus of alleen de Naam Jezus. Een andere Naam is er voor hen niet. En dat is in overeenstemming met heel Gods Heilsplan en dus ook met de woorden van Petrus in Handelingen 2 en 4:

Petrus in Handelingen 2 en 4

Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt.
…: Bekeert u, en een ieder van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, …
En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden.

1 Petrus 1 : 3 heeft het over de Heere Jezus Christus en vers 25 zegt dan:

Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is

Woord des Heeren

Welk woord, welke boodschap, welk Woord des Heeren, is onder hen (van ná de opstanding van Jezus) verkondigd? De schrijver van Handelingen zegt direct na de woorden van Petrus in 2 : 41:

Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.

Uiteraard gaat het hier om de boodschap dat Jezus tot Heere (Jehovah) en Christus (Messias) gesteld was en dat een ieder zich zou bekeren, met als gevolg de éénwording (doop) in Christus. Wie dat woord (die prediking van bekering in Zijn Naam) gaarne aanvaardde, werd en wordt toegevoegd aan Zijn Gemeente. Per direct. Dat heet “dopen” in de Bijbel. Of ze alle 3000 die dag ook dit hebben laten zien in de doop in letterlijk water, staat hier niet eens.

Het “Woord des Heeren” slaat in het Nieuwe Testament dus onmiskenbaar op de Here (Jehovah) Jezus Christus, Degene die de Naam Jehovah rechtmatig geërfd heeft. (Hebreeën 1 : 4) Vertalen met “Woord van Jehovah”, zoals het wachttorengenootschap dit in de eigen Nieuwe Wereld vertaling doet, is derhalve fout. Het komt voort uit hun drang om, waar het hen maar goed uitkomt, het Griekse woord “Kurios” te vertalen met Jehovah.

Kurios in de Statenvertaling en de Nieuwe Wereldvertaling

Met dit in gedachten bekijken we alle teksten met Kurios daarin in de brieven van Petrus. Zowel in de Statenvertaling (SV), waar altijd “Heere” staat, als in de Nieuwe Wereldvertaling (NWT), waar of “Jehovah” of “Heer” staat. Het is beter (duidelijker) om bij elk aangehaald vers zelf de context te lezen.

1 Petrus 1 : 3
Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.

NWT: “Heer”.

1 Petrus 1 : 25
Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is.

NWT: “Jehovah”. Hier meent het WTG dat de vertaling met “Jehovah” mogelijk is. Uit de ruime context blijkt echter dat dit onterecht is. Het gaat over niemand anders dan de Here Jezus Christus, zoals dat al in vers 3 werd genoteerd: “Heere Jezus Christus”.

1 Petrus 2 : 3
Indien gij anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is.

NWT: “de Heer”. “Jehovah” invullen, zou hier wel gekund hebben, volgens de redenatie van het WTG dan. Eigenlijk vreemd dat ze het niet gedaan hebben.

1 Petrus 2 : 13
Zijt dan alle menselijke ordening onderdanig, om des Heeren wil; hetzij den koning, als de opperste macht hebbende;

NWT: “de Heer”. In verband met de context, kán het WTG hier niet “Jehovah” invullen. Het gaat te duidelijk over Jezus Christus.

1 Petrus 3 : 12
Want de ogen des Heeren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun gebed; maar het aangezicht des Heeren is tegen degenen, die kwaad doen.

NWT: Jehovah, 2 x. Dit is een verwijzing van Petrus naar Psalm 34. Uiteraard was er toen nog (Oude Testament) alleen de Naam Jehovah. Ná de opstanding van de Jezus van Nazareth (Nieuwe Testament) is dat Jehovah Jezus Christus geworden.

1 Petrus 3 : 15
Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een ieder, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze.

NWT: “Heilig de Christus als Heer”. De grondtekst van de SV en die van de NWT verschillen met elkaar. Een commentaar (Jamieson-Fausset-Brown) zegt daarover: … the Lord God — The oldest manuscripts read “Christ.” Translate, “Sanctify Christ as Lord”. De oudste manuscripten hebben “Christus” staan. Dat is naar het Nederlands te vertalen: “Heilig Christus als dé Heer, als God.”

Het Engelse “Lord”, met een hoofdletter L, staat er zo in de betekenis van “the Lord God”, “de Here God”. De King James (KJ) heeft: “But sanctify the Lord God in your hearts:”. De American Standard Version (ASV), gebaseerd op een ander manuscript dan die van de SV en KJ, heeft: “but sanctify in your hearts Christ as Lord”. Maar de vertalers van de ASV wisten echt dat het hier niet om Christus als “Heer”, in de zin van “Meester”, gaat. Het gaat om Christ thé Lord. Om Christus, dé God. Maar dat laatste gelooft het WTG dus niet. Toch geeft hun eigen grondtekst (Kingdom Interlinear Translation) wel degelijk aanleiding om dit wel te doen. Zo staat het namelijk in hun Griekse grondtekst:

κύριον Lord δὲ but τὸν the Χριστὸν Christ ἁγιάσατε sanctify YOU ἐν in ταῖς the καρδίαις  hearts

ὑμῶν, of YOU

Dat is in het Nederlands: “De Heere (Kurios; God), (alzo / nu ook) de Christus, heilig Hem in uw harten”. Het Grieks woordje “de” (Strongnr. G1161) wordt, afhankelijk van de context vertaald met also, and, but, moreover, now”. Dat maakt goed duidelijk dat het hier gaat om de Heer, God (the Lord), die bovendien (= moreover) Christus is. Hij alleen stáát op de hoogste positie in de verhouding tot een gelovige. Daar is geen enkele discussie over. Petrus moedigt de gelovige aan om God, Christus, Jehovah, ook werkelijk in zijn hart (zijn leven) die hoogste positie te geven. Die positie is er sowieso, maar of iemand dat in z’n eigen leven ook zo erkent, is aan de persoon zelf.

2 Petrus 1 : 1, 2
Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben, door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus;
Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere;

NWT: “van onze God en de Redder Jezus Christus” en in vers 2: van God en van Jezus, onze Heer.

Er is niks moeilijks aan deze tekst in de Statenvertaling. God is onze Zaligmaker, Jezus Christus. Genade en dus vrede hebben wij door het kennen (= gemeenschap hebben met) van God, namelijk van Jezus, onze Heer. En zo hebben we in twee verzen weer de complete Godsnaam: Here Jezus Christus. Het staat hier allemaal in het enkelvoud. Het gaat niet om tweemaal “de rechtvaardigheid” (vers 1) of tweemaal “genade en vrede”. Dat probeert het WTG er nog wel van te maken door in vers 1 het woordje “de” toe te voegen vóór “Redder”. Dan zou het misschien kunnen lijken dat het over Iemand anders gaat dan God Zelf. Taalkundig lukt dat niet, maar men doet wel degelijk een poging. In de eigen KIT van de Jehovah’s Getuigen staat het zo:

δικαιοσύνῃ righteousness τοῦ of the θεοῦ God ἡμῶν of us καὶ and σωτῆρος of Savior Ἰησοῦ Jesus Χριστοῦ·

Waar hier “of Savior” boven staat, staat in het Grieks één woord, namelijk: σωτῆρος. Dat is “Sótér”, Strongnr. 4990. Het woordje “of” staat er helemaal niet in de Griekse grondtekst. Vreemd genoeg heeft het WTG dit Engelse “of” niet vertaald met “van”, zoals wel gebruikelijk is. Ik denk dat ze het niet aangedurfd hebben, omdat het er gewoonweg niet staat. Daar in de plaats gebruikt men het woordje “de” in een poging toch enig onderscheid te maken tussen God en Redder Christus Jezus. Helaas is dat een volkomen misplaatste poging, want zoals altijd in het Nieuwe Testament staat hier dat God én (zowel) Zaligmaker (Redder) én (zowel) Jezus Christus is. Niet twee, maar Eén!

2 Petrus 1 : 11
Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus.

NWT: “… van onze Heer en Redder Jezus Christus”. Uiteraard kan het WTG hier “Kurios” niet vertalen met Jehovah. Dan zou men toegeven dat Jehovah en Jezus Dezelfde is

2 Petrus 1 : 14
Alzo ik weet, dat de aflegging mijns tabernakels haast zijn zal, gelijkerwijs ook onze Heere Jezus Christus mij heeft geopenbaard.

NWT: “… onze Heer en Redder Jezus Christus”. 

2 Petrus 1 : 16
Want wij zijn geen kunstelijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit.

NWT: “van onze Heer Jezus Christus”. 

Zowel de Statenvertaling, de King James als de nieuwere American Standard Version, spreken hier over “Zijn majesteit” (Majesty). Men weet heel goed dat dit woord hoort bij de Allerhoogste. Bij Degene die te aanbidden is. Maar dat willen de Jehovah’s Getuigen ook al niet doen en dus maakt het WTG er maar “van zijn grootheid” van. Zie “megaleiotēs”, Strongnr. G3168. Een doelbewuste poging om de Here Jezus Christus als Majesteit, een titel die toekomt aan dé Koning, niet te erkennen.

2 Petrus 2 : 9
Zo weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen, en de onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft te worden;

NWT: “Jehovah“. Dat kan het WTG hier redelijk veilig doen, want de context brengt ons terug naar het verhaal van Lot. Toen was Jehovah het “uitgedrukte Beeld Gods”, het “Afschijnsel Zijner Heerlijkheid” (Hebreeën 1). Ook hier staat echter in het Nieuwe Testament alleen “Kurios”, het woord voor “Heer”. Uit de context blijkt dat het om Jehovah gaat, dus zonder de toevoeging “Jezus Christus”.

2 Petrus 2 : 11
Daar de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk oordeel tegen hen voor den Heere voortbrengen.

NWT: “voor Jehovah“. Het WTG neemt de kans waar om hier ook “Kurios” met “Jehovah” te vertalen. Maar dat is onterecht. Het gaat hier om Engelen die geen lasterlijk oordeel tegen hen inbrengen, vóór den Heere. Oftewel ten overstaan van den Heere. Want oordeel is altijd alleen aan God. Niet aan Engelen of aan mensen. En dan wordt het eenvoudig, want aan Wie is het gegeven te oordelen, sinds de opstanding van de Here Jezus? Johannes geeft het antwoord in Johannes 5:

Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel den Zoon gegeven;

Let goed op, want hier staat “aan den Zoon”. Johannes schreef dit na de dood en opstanding van de Here Jezus. Bij die gelegenheid, de aanvang van de Nieuwe Schepping, wérd Jezus aangesteld tot Zoon, dat wil zeggen tot Erfgenaam en tot hoogste Naam boven alle naam. Het vertalen van “Kurios” met alleen “Jehovah” in 2 Petrus 2 : 11 is dus absoluut onterecht. Wie de Schrift kent, weet dat het hier over de Here Jezus Christus moet gaan.

2 Petrus 2 : 20
Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste.

NWT: “… van de Heer en Redder Jezus Christus”. Uiteraard hier geen vertaling met “Jehovah” van het woord “Kurios”. Het WTG heeft zelfs hier het woordje “de” (zie verklaring 2 Petrus 1 : 1, 2) niet nodig. Maar er staat toch echt niks anders dan “van de Heere (Jehovah), die de Zaligmaker Jezus Christus is”.

2 Petrus 3 : 8-10 en 12
Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat een dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als een dag.
De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden.

NWT: “3 x Jehovah“. En zelfs in vers 12:

Verwachtende en haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten.

waar toch echt niet het woord “Kurios” wordt gebruik na “den dag”, maar het woord “theos”, dat “God” betekent. Ook in hun eigen grondtekst staat “theos” en niet “kurios”:

παρουσίαν presence τῆς of the τοῦ of the θεοῦ God ἡμέρας, day,

Waarom dan toch “Jehovah” invoegen in vers 12? Het wachttorengenootschap wil maar zo veel mogelijk de Naam Jehovah neerzetten in hun aangepaste vertaling van het Nieuwe Testament. Zelfs als dat niet gerechtvaardigd is. En hier is het overduidelijk helemaal niet toegestaan, volgens de “vertaalregels”. Hier staat – zonder enige betwisting – het woord “theos” in de grondtekst. In hun ijver om hun eigen gelijk te halen, slaat men de plank volledig mis. Men laat zien dat men niet eens weet waarom de Bijbel de uitdrukkingen: “Dag van Christus”, “Dag van Jehovah” en “Dag van God” gebruikt. Maar er zit wel degelijk verschil in die “dagen”.

In 2 Petrus 3 : 8-12 gaat het tweemaal over de Here Jezus Christus en in vers 12 gaat het om een specifieke dag. Daar is een complete term voor, namelijk: de “Dag van Jehovah”. De dag waar de Apostel Paulus over spreekt in 1 Thessalonicenzen 5 : 2:

Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht.

Petrus sprak er al over op die mooie Pinksterdag, 50 dagen na de opstanding van de Here Jezus. Handelingen 2 : 20:

De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren komt.

Zowel Petrus als Paulus verwijzen naar de profetie in Joël 2:

De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN (de dag van Jehovah) komt.

2 Petrus 3 : 15
En acht de lankmoedigheid onzes Heeren voor zaligheid; gelijkerwijs ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid, die hem gegeven is, ulieden geschreven heeft;

Dit vers correspondeert met vers 11: “De Heere is lankmoedig over ons…”

NWT: “van onze Heer“. Geen Jehovah, waarschijnlijk omdat er dan “van onze Jehovah” had gestaan en dat is geen goed uitspraak. Dat het WTG hier evenwel “Jehovah” bedoelt, wordt duidelijk uit het opzoeken van de woorden het geduld van onze Heer” opzoeken op de website (wol.jw.org) van de organisatie van Jehovah’s Getuigen. Dan vind je dit: “Ongetwijfeld heeft het geduld van God”. En dit: Jehovah’s ogenschijnlijke traagheid”. En dit, met verwijzingen naar 2 Petrus 3 : 15: “… de timing van gebeurtenissen die aan Jehovah God voorbehouden is (2 Petr. 3:15;). 

Volgens het wachttorengenootschap is “van onze Heer” in 2 Petrus 3 : 15 onmiskenbaar “van Jehovah God”. Uit de totale focus in het Nieuwe Testament op de Here Jezus Christus, is het wat mij betreft echter onmiskenbaar dat “de lankmoedigheid van ónze Heer” afkomstig is van de Here Jezus Christus. Van Degene aan Wie het oordeel is en Die dus gerechtigd is “lang van gemoed” te zijn. Wij zijn als gelovigen immers toegevoegd aan de Here Jezus Christus. We zijn in Hem; geworden tot Eén Tempel, tot Eén Lichaam, tot Eén Huis Gods.

2 Petrus 3 : 18
Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in den dag der eeuwigheid. Amen.

NWT: “van onze Heer en Redder Jezus Christus”

Door het enkelvoudige “Hem” is het heel eenvoudig te constateren dat het woordje “en” tussen “Heere” en “Zaligmaker” de betekenis heeft van “namelijk” of “alzo”.

Hier ontbreekt in de NWT het eerder gebruikte “de Redder”. Dat is niet zo moeilijk te begrijpen, want hier kon men het zo vertalen:

Maar blijf groeien in de onverdiende goedheid en kennis van onze Heer en Redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en tot de dag van de eeuwigheid. Amen.

Dat betekent dat er inmiddels twee “Redders” zijn, want Petrus was in deze brief immers begonnen met: van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus. De Zaligmaker is daar God, Jezus Christus. Dat geloven de JG uiteraard niet en dus heeft men in de praktijk twee “Zaligmakers”. De éne is Jehovah, de andere is Jezus Christus, maar dan wel op een lager niveau, omdat Jezus Christus niet God is. Volgens het wachttorengenootschap dan. Volgens de Bijbel uiteraard wel en daar gaat het maar om.

Verwarring omtrent Jehovah of Jezus door wachttorengenootschap

Gooi alstublieft de dwaalleer van het wachttorengenootschap omtrent Jehovah en Jezus aan de kant. Hou u vast aan Gods Woord. Dat is zeer duidelijk. De verwarring omtrent Jehovah en Jezus, omtrent de Godheid, omtrent het Wezen Gods, ontstaat doordat het WTG niet wil aanvaarden wat de Schrift leert. Daartoe past men zelfs de tekst van de Bijbel aan. Men houdt zich vast aan eigen “kunstelijk verdichte fabelen”. Doe dat alstublieft niet of niet langer. Kies voor Hem alleen, zodat ook deze woorden (van Petrus) op u van toepassing mogen zijn:

Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en (namelijk) van Jezus, onzen Heere;

Kijk voor meer over Jehovah en Jezus op deze website.


Jehovah of Jezus in brieven Petrus?

Jehovah of Jezus in brieven Petrus?

Een reactie

  1. Frits van Pelt 28/10/2019

Geef een reactie

Translate »