Jehovah’s Getuigen onderworpen aan de overheid?

Jehovah’s Getuigen onderworpen aan de overheid? Stelt de organisatie van Jehovah’s Getuigen (JG), aangevoerd door het wachttorengenootschap (WTG), zich onder de overheden? In de meeste gevallen wel, maar er zijn ook terreinen waar het WTG de aansporingen in de Bijbel om de autoriteiten te erkennen en aan hen onderworpen te zijn, niet echt serieus nemen. Ik noem bijvoorbeeld:

  1. Het uitvoeren van wetten omtrent strafbare feiten. Op dit moment actueel i.v.m. seksueel misbruik van kinderen en volwassenen door Jehova Getuigen.
  2. Het niet in militaire dienst gaan.
  3. Het betalen van belastingen door de organisatie.

Houden Jehovah’s Getuigen zich keurig aan de wetten van het land?

Alvorens deze onderwerpen wat nader te bekijken, wil ik graag vaststellen dat het vooral de Jehovah’s Getuigen zelf zijn die zich op de borst kloppen dat zij zo gehoorzaam zijn aan Gods geboden. Men is maar bezig om te laten zien dat Jehovah’s Getuigen zulke nette en vredelievende mensen zijn, die zich ook keurig houden aan de wetten van het land. Tenminste als die niet in tegenspraak zijn met wat zij vinden dat Jehovah van hen verlangt. Als ze namelijk menen dat regels en wetten in een bepaald land niet overeenkomen met wat het WTG vindt, dan wijkt men daar dus vanaf. Dan is men op die punten niet onderworpen aan de overheid. Dat doet men in naam van God, uiteraard. Of dat terecht is? Wat mij betreft niet. In de praktijk doet het WTG dus wat men op bepaalde punten zelf wil en men gebruikt Gods Naam om dat te kunnen doen. Op de website van de organisatie van Jehovah’s Getuigen is dit de vinden met het zoekwoord “overheid”.

De overheid in Romeinen 13 en Jehovah’s Getuigen

Als het WTG zo bezig is met het “doen van Gods wil”, waarom neemt men de woorden van de apostel Paulus in Romeinen 13 dan niet serieus? Daar legt Paulus uit hoe Gods ordening der dingen op dit vlak er uit ziet. Paulus legt ook daar de wet niet op, maar hij wijst er wel op dat de overheid een instelling van God is. Daaraan zouden wij onderdanig zijn, zover dat redelijk is. Paulus zegt het zo:

Alle ziel zij den machten, over haar gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd.
Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen.
Want de oversten zijn niet tot een vreze den goeden werken, maar den kwaden. Wilt gij nu de macht niet vrezen, doe het goede, en gij zult lof van haar hebben;
Want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want zij draagt het zwaard niet te vergeefs; want zij is Gods dienares, een wreekster tot straf dengene, die kwaad doet.
Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen om der straffe, maar ook om des gewetens wil.
Want daarom betaalt gij ook schattingen; want zij zijn dienaars van God, in ditzelve geduriglijk bezig zijnde.
Zo geeft dan een ieder, wat gij schuldig zijt; schatting, dien gij de schatting, tol, dien gij den tol, vreze, dien gij de vreze, eer, dien gij de eer schuldig zijt.

Lijkt me toch niet moeilijk wat hier staat. De overheid is door God ingesteld. Als systeem, als ordening. Dat wil uiteraard niet zeggen dat Hij de overheden ook letterlijk samenstelt en betrokken is bij wie er nu aan de macht is. Het wil ook niet bepaald zeggen dat die overheden zich bewust zijn dat zij onder de “macht Gods” staan. Dat blijkt wel uit uit de praktijk. Over het algemeen trekt men zich juist niets van dit onderdeel van Gods ordening aan. Maar dat neemt niet weg dat de gelovige deze “ordinatie van God” wel degelijk serieus zou nemen en niet zou wederstaan. Behalve dan op het moment dat er een keuze gemaakt zou moeten worden of God gehoorzaamd moet worden of mensen (overheden). Als de overheid iets van ons zou verlangen dat in strijd is met Gods wil, dan is het aan de individuele gelovigen om die keus persoonlijk te maken. In alle andere gevallen zouden we onderworpen zijn aan de overheid, of ons dat nu uitkomt of niet.

3. Het betalen van belasting door het wachttorengenootschap

De eerder genoemde punten vallen wat mij betreft niet onder de noemer “God meer gehoorzamen dan mensen”. Het WTG zou zich daar dus niet op moeten beroepen. Bij punt 3 doen ze dat ook officieel niet, maar de manier waarop men de organisatie vorm geeft en het e.e.a. organiseert, heeft veel weg van het minimaal willen bijdragen aan de samenleving via het betalen van “schattingen”. Niet alleen in het geval van belastingen op bedrijfsmatige activiteiten, maar ook sociale afdrachten (en pensioenen) voor degenen die werk verrichten voor het WTG. Het voert mij in dit artikel te ver om daar uitvoerig op in te gaan, maar het verdienmodel, dat voornamelijk bestaat uit giften, zit slim in elkaar. Zie ook dit artikel. Laat ik het er voor dit moment op houden dat het WTG in de praktijk niet echt een ondersteuner is van de overheid als “dienaars van God” en evenmin van “dé maatschappij”.

2. Het niet in militaire dienst gaan van Jehovah’s Getuigen

Bij punt 2 – het niet in militaire dienst gaan van Jehovah’s Getuigen – beroept men zich wel op de regel dat God meer gehoorzaamt dient te worden dan mensen. Is dit terecht? Wat mij betreft zeker niet. Hoewel ik ook bepaald geen voorstander ben van oorlog en militair geweld, gaat het WTG, met hun weigering om militaire dienst in opdracht van de overheid uit te voeren, in tegen de ordinatie die God Zelf heeft ingesteld. Zij lappen dus de geboden Gods op dit gebied aan de laars. Hij heeft de ordening in volken ingesteld en overheden macht gegeven en dus ook de macht om een militair apparaat op te tuigen. En ja, dit werd en wordt ook verkeerd gebruikt, helaas wel. Elk individu moet voor zichzelf bepalen of, wanneer en hoe hij gehoor geeft aan de oproep om het land te dienen via het leger. Die ruimte krijgen de leden van de organisatie van Jehovah’s Getuigen niet. Het is hen collectief verboden om deel te hebben aan het leger van een land. Zelfs niet via ondersteunende diensten (vervangende dienst).

De JG zijn zo er zo fier op dat ze niet in het leger gaan en zo geen bijdragen leveren aan oorlog. Maar zij vergeten dat zij voor hun eigen vrijheid wel geprofiteerd hebben van andere mensen die bereid waren hun leven te geven voor de vrijheid van leven en denken. Als de geallieerden uit de Tweede Wereldoorlog niet gevochten hadden in de legers en immense offers hadden gebracht, dan waren de JG ook niet vrij geweest om te doen wat ze nu doen. De JG lieten anderen de bekende kastanjes uit het vuur halen. Ondermeer gelovigen in de Here Jezus Christus moesten strijden voor de vrijheid en JG stonden erbij en keken er naar. Is dat om trots op te zijn?

Overheidsdienaren in het leger in de Bijbel

Het wachttorengenootschap verwijst voor het niet in militaire dienst gaan, het niet in het leger willen dienen, naar de Bijbel. Mijn vader† deed dat ook. Als echte pacifist vertelde hij mij dat gelovigen in het Nieuwe Testament niet in het leger dienden. Dat stond weliswaar nergens, maar dat moest zo zijn, dat kon niet anders, zo was zijn redenering, voortgekomen uit de leringen van het WTG. Uiteraard liet hij het Oude Testament maar buiten beschouwing… Later, veel later, heb ik zelf maar eens gekeken of er wat over nieuwtestamentische gelovigen, die niet in het leger mochten of wilden dienen, te vinden was. Ik heb daarover niks kunnen vinden. Niet bijvoorbeeld in het verhaal van Cornelius, overste over 100 man in het leger. Zijn bekering wordt niet gevolgd door het nemen van ontslag uit het leger. Tenminste daar wordt niks over gezegd. Als het zo’n belangrijk punt zou zijn geweest, zoals de JG beweren, dan had dit verhaal zo afgesloten moeten worden. Maar dat is het dus niet!

Paulus over het dienen in de krijg

Het is Paulus die in zijn raadgevingen een aantal malen het voorbeeld van de “krijg”, het dienen in het leger aanhaalt. Bijvoorbeeld:

Wie dient ooit in den krijg op eigen bezoldiging? Wie plant een wijngaard, en eet niet van zijn vrucht? Of wie weidt een kudde, en eet niet van de melk der kudde?

Niemand, die in den krijg dient, wordt ingewikkeld in de handelingen des leeftochts, opdat hij dien moge behagen, die hem tot den krijg aangenomen heeft.

Als het niet mogen dienen in overheidsdienst bij het leger een punt van belang zou zijn geweest, zoals dat nu bij de JG is, dan zou de apostel Paulus toch nooit zo’n voorbeeld geven? Dan zou hij toch het verkeerde signaal afgeven? Maar hij gebruikte het voorbeeld wel, omdat er toen ook in het leger, in dienst van de overheden van landen en volken, gelovigen waren.

Jezus en het geloof van de overste over 100

Eenzelfde voorbeeld krijgen wij van de Here Jezus zelf in Lukas 7.

En een dienstknecht van een zeker hoofdman over honderd, die hem zeer waard was, krank zijnde, lag op zijn sterven.

De dienstknecht van deze legeraanvoerder was op sterven na dood, toen de hoofdman over 100 sprak:

Want ik ben ook een mens, onder de macht van anderen gesteld, hebbende krijgsknechten onder mij, en ik zeg tot dezen: Ga, en hij gaat; en tot den anderen: Kom! en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet het.

Op grond van zijn geloof, “Ik heb zo groot een geloof zelfs in Israël niet gevonden“, zei de Here Jezus, werd deze man genezen. Dat gebeurde zonder eis of verzoek aan de legeroverste om – als dank voor de genezing – te stoppen met zijn werk “gesteld onder de macht van anderen”. Er wordt gewoon niks over gezegd. Dat zou het wachttorengenootschap ook moeten doen. Gewoon niks zeggen over het dienen in het leger van een land. Niet Gods Woord misbruiken om leden “kwijt te raken” aan een andere organisatie (leger) dan de eigen organisatie. Laat het over aan de individuele gelovigen. Laat hen zelf beslissen wat hen past in het kader van o.a. Romeinen 13. Dat is pas Bijbels verantwoord!

1. Het uitvoeren van wetten omtrent strafbare feiten

Op dit moment is seksueel misbruik, met name seksueel misbruik van kinderen door Jehova Getuigen een zeer actueel onderwerp. Wereldwijd ligt de organisatie van Jehovah’s Getuigen onder vuur, omdat men dit onderwerp uitermate slecht behandeld. Helaas berokkent dat veel mensen enorme schade.

Het komt er in ieder geval op neer dat men bepaalde wetten van overheden niet volledig of zelfs helemaal niet uitvoert. Volgens het Nederlandse Wetboek van Strafvordering artikel 160, moet een ingezetene van ons land dit doen:

Ieder die kennis draagt van een der misdrijven omschreven in de artikelen 92–110 van het Wetboek van Strafrecht, in Titel VII van het Tweede Boek van dat Wetboek, voor zoover daardoor levensgevaar is veroorzaakt, of in de artikelen 287 tot en met 294 en 296 van dat wetboek, van menschenroof of van verkrachting, is verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij een opsporingsambtenaar.

Wie weet heeft (en dat hebben de leidinggevenden van de organisatie) van seksueel misbruik van volwassenen, van seksueel misbruik van kinderen, moet deze misdrijven “onverwijld” (zonder aarzelen) aangegeven bij een opsporingsambtenaar. Bij iemand in dienst van de door God ingestelde overheid dus. Jehovah’s Getuigen, onder aanvoering van het wachttorengenootschap, doen dat in ieder geval niet onverwijld. Zelfs na aandringen en aanspreken op het dienen te volgen van de wetten van het land, doet men dit niet. Men houdt liever hun eigen “rechtssysteem” in stand. De JG staan boven de wet, ingesteld door het bevoegd gezag. Ze staan dus ook boven de “ordinantie van God”. Men staat boven de aanbevelingen van de apostel Paulus. Dat is niet verstandig, want de apostel zegt onder andere:

Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen.

Wie de overheid weerstaat, zal over zichzelf een oordeel halen. Niet van Godswege, maar vanuit die door God ingestelde overheidsmacht. Dat is waar Paulus de gelovigen voor waarschuwt. Hoe het dan mogelijk is dat het wachttorengenootschap en de Jehovah’s Getuigen toch bezig zijn om die macht van de overheid te tarten door bij zulke ernstige misstanden als seksueel misbruik door Jehova Getuigen géén aangifte te doen, is gewoonweg niet te begrijpen. Mij toont het maar weer eens aan dat het een geheel menselijke organisatie is. God heeft er geen enkele verbinding mee.

Hierbij enkele verwijzingen naar Jehovah’s Getuigen en seksueel misbruik:

RTL4-nieuws over Jehova Getuigen en seksueel misbruik

RTL4-programma over het binnenskamers houden van documenten inzake kindermisbruik.

Jehovah’s Getuigen houden bewijs van kindermisbruik achter.

Jehovah’s Getuigen willen misbruikverslagen niet overdragen aan justitie. Daardoor kan de overheid in deze gevallen niet “een wreekster tot straf dengene, die kwaad doet” zijn

Stichting Reclaimed Voices

In Nederland is een stichting in het leven geroepen waar (ex) Jehovah’s Getuigen, die te maken hebben of hebben gehad met seksueel misbruik van kinderen of volwassenen, terecht kunnen met hun ervaringen.

Dat is de Stichting Reclaimed Voices.


Jehovah’s Getuigen onderworpen aan de overheid?

Jehovah’s Getuigen onderworpen aan de overheid?

Een reactie

  1. Jim 13/02/2018

Geef een reactie

Translate »