“Via” in de Nieuwe Wereldvertaling

“Via” in de Nieuwe Wereldvertaling. Waar in de grondtekst het Griekse woord “διά” (“dia”; Strongnr. G1223; zie blueletterbible) staat – ons woord “door” – heeft de Nieuwe Wereldvertaling van de Jehovah’s Getuigen (JG) op zeer bewust gekozen plaatsen “via” staan. Op andere plaatsen is voornamelijk het woord “door” gebruikt, zoals het hoort overigens.

“Door bemiddeling van” is “via” in de Nieuwe Wereldvertaling geworden

In de vorige Nieuwe Wereldvertaling (1984-2017 in het Nederlands) stond, waar nu “via” staat, nog het helemaal onmogelijke “door bemiddeling van”. Vanaf dag 1 dat ik zelf ging nadenken, vond ik dat al een zeer vreemde uitdrukking. Toen ik al snel iets meer wist over Christus, werd deze uitdrukking een bron van irritatie. Zo staat het uiteraard niet in de grondtekst en duidelijker wordt de tekst er ook niet van. Zie eens wat voor een vreemde tekst bijvoorbeeld Johannes 1 : 16 en 17 wordt met “door bemiddeling van”.

Want de Wet werd door bemiddeling van Mozes gegeven, de onverdiende goedheid en de waarheid zijn door bemiddeling van Jezus Christus gekomen.

Zo stond het dus in de vorige NWT. Dat is eenvoudig terug te vinden via een zoekopdracht op hun website wol.jw.org. Nu staat er 2 x “via”. Kennelijk is het WTG ergens tussen 1984 en 2013 (nieuwe NWT Engels) tot inkeer gekomen en heeft ze zelf ook ingezien dat er van enige “bemiddeling” (alsof het om een soort onderhandelingen of overleg zou gaan) van zowel Mozes als Jezus Christus geen sprake is. God gaf de Wet dóór Mozes en daar staat tegenover dat “dóór Christus”, en zeker ook “in Christus”, Genade (wat meer is dan “onverdiende goedheid”), namelijk Waarheid” kwam.

Waar en waarom “via” in de Nieuwe Wereldvertaling en niet “door”?

De vraag is dan waarom het wachttorengenootschap de dwaling met “door bemiddeling van”, niet direct goed opgelost heeft door het Griekse grondwoord “dia” te vertalen met “door” (Engels: “by” of “through”). Zoals ook andere vertalingen doen. Waarom moest “door bemiddeling van” in de huidige NWT “via” worden? Welk doel dient dat? Een taalkundig doel is er niet. Het wachttorengenootschap kennende moet “via” iets in hun leer “ondersteunen”. Hoewel het slechts een klein woordje is en het velen zal ontgaan, is het wel degelijk bedoeld om met name de leer dat Christus níet God is, maar Zijn eerste geschapen schepsel, nog enige “bijbelse draagkracht” mee te geven. Dat is niet te doen in een vertaling die wél de naam “Bijbel” waardig is. Maar met de Nieuwe Wereldvertaling, de eigen “bijbel” van de Jehovah’s Getuigen, doet het WTG een schaamteloze poging.

Uit hem en door hem en voor hem zijn alle dingen

Zoals gezegd vertaalt het wachttorengenootschap het woord “dia” op verreweg de meeste plaatsen met “door”, zo blijkt als je op hun website zoekt op dit woord en dan alleen in hun NWT. Het levert 539 treffers op. Bijvoorbeeld 2 Korinthe 5 : 7:

want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen.

Hier had – de redenatie van het WTG volgend – ook “via geloof” of “via aanschouwen” kúnnen staan. Maar die keuze maakt het WTG niet. Ze vindt het hier niet nodig. Terecht uiteraard. In het volgende Schriftgedeelte vindt ze het ook niet nodig. Sterker nog, daar moet juist “door” staan. Het gaat om Romeinen 11 : 33-36. De NWT heeft daar:

Hoe diep is toch Gods rijkdom en wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!
Wie heeft de denkwijze van Jehovah leren kennen, of wie is zijn raadgever geworden?’
Of ‘wie heeft hem eerst iets gegeven
(“autos”) dat door (géén “dia” hier, maar “autos” = “áán hem”) hem moet worden terugbetaald?’
Want uit hem en door hem en voor hem zijn alle dingen. Hem komt de eer toe, voor eeuwig. Amen.

De naam Jehovah in Hebreeën 11 : 34

De leraren van het WTG denken dat het hier over Jehovah gaat en dan kan (moet) het wel “door” zijn. Dan is hetzelfde woord “dia” niet ineens “via” geworden in de vertaling. Het gaat over God, over “Gods rijkdom, wijsheid en kennis”, en dan staat er in vers 34 in de Statenvertaling: “Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? (Zie Job 15 : 8, Jeremia 23 : 18 en Jesaja 40 : 13, 14) Dat betekent dat “de Heere” God is. Eerst is het “God”, iets verderop is het “Heere”. Dat bevestigen ook de genoemde teksten in het Oude Testament (OT). Op die plaatsen heeft de Statenvertaling “HEERE” staan, waarmee aangegeven wordt dat daar Jehovah (JHWH) gelezen kan worden. In het Nieuwe Testament (NT) staat dat niet, omdat deze in het Grieks geschreven is en de in het Hebreeuws gebruikte Naam Jehovah zo niet voorkomt in het NT.

In het Grieks staat “Kurios”. Dan weet de gelovige lezer, die niet onder invloed van het wachttorengenootschap staat, dat op deze plaats “Heere” (met een “e” achter “Heer”) bedoeld wordt en dat dit gelezen dient te worden als de complete Godsnaam, die sinds de Opstanding van kracht is. Die luidt: Here (Jehovah) Jezus Christus. Het WTG trekt zich daar echter niks van aan en voegt hier volkomen onrechtmatig de Naam “Jehovah” in, op de plaats waar “Kurios” staat. Daarmee is het niet de volledige Godsnaam. Het WTG ziet een kans om hun leer, dat de Naam van God alleen “Jehovah” is, in hun “bijbel” te krijgen. Dat is echter niet wat de Bijbel leert.

Teksten in de Nieuwe Wereldvertaling waar “dia” vertaald is met “via”

Het WTG weet dus wel hoe “dia” vertaald moet worden. Bijvoorbeeld in Galaten 1 : 1:

Van Paulus, een apostel die niet is aangesteld door (“Apo”; G775) mensen of via (“dia”) een mens, maar door (“dia”) Jezus Christus en God, de Vader, die hem uit de dood heeft opgewekt,
SV: “Paulus, een apostel, geroepen niet van mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft,

Even een zijlijn… Gewoon even goed lezen wat er gezegd wordt, wat er staat. Door Wie is Paulus geroepen? Door Jezus Christus. Die conclusie staat vast. Het staat in het enkelvoud! Het WTG probeert hier subtiel iets anders te zeggen. O.a. door het net wat anders plaatsen van de komma’s, die overigens in het Grieks niet staan. Met “Jezus Christus en God, de Vader, die …” probeert het WTG te zeggen dat Paulus door God, de Vader, aangesteld is en dat dit via Jezus Christus is gegaan, hoewel ze – vreemd genoeg – juist hier “door” hebben staan. Kennelijk moet het ook niet begrepen worden als dat er twee zijn die Paulus aangesteld hebben, want dan had men het zo moeten vertalen: “maar door Jezus Christus én (en ook, plus) door God, de Vader, die hem uit de dood heeft opgewekt”. 

Jezus Christus God den Vader

De Statenvertalers hebben het goed begrepen en doorgegeven: door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. Aangezien het voegwoord “en” hier niet de betekenis heeft van “plus”, maar een verklaring (aanvulling) is op wat ervoor staat, kan de zin ook zonder problemen zo vertaald worden. Daarbij blijft het “enkelvoud” van Degene die “roept” (“in een beroep”) overeind. “… door Jezus Christus, namelijk God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. Ik weet – uit ervaring – dat dit voor een Jehovah Getuige allemaal niet kan. Hij snapt het niet, omdat het WTG hem wat anders aangeleerd heeft. Maar dit is wel wat de tekst zegt. Wedergeboren gelovigen ín Christus, die hun Bijbel kennen, hebben er echter geen enkele moeite mee, omdat ze geloven wat er staat. Namelijk dat “Jezus Christus God den Vader is“.

In de volgende NWT-teksten (de lijst is niet volledig) kiest het WTG voor “via” in plaats van “door” als vertaling van het woord “dia” of “ev”, wat “in betekent. Dat is zeer bewuste keuze om het anders te doen.

2 Korinthe 1 : 5 (door = “dia”)

SV: Want gelijk het lijden van Christus overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus onze vertroosting overvloedig.
NWT: Want net zoals we veel lijden voor de Christus, zo krijgen we ook veel troost via de Christus.

2 Korinthe 3 : 3-5 (door = “dia”)

SV: En zodanig een vertrouwen hebben wij door Christus bij God. Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God; Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten.
NWT: We hebben zo’n vertrouwen tegenover God dankzij de Christus. Niet dat we uit onszelf zo bekwaam zijn dat we dit als ons eigen werk kunnen bezien. We zijn bekwaam dankzij God.
Want het is duidelijk dat jullie een brief van Christus zijn, die wij als dienaren hebben geschreven, niet met inkt maar met de geest van een levende God, niet op stenen platen maar op harten.

Zie de verschillen. Er staat steeds net wat anders. Waar bij de SV de nadruk ligt op Christus en God, bijvoorbeeld in “onze bekwaamheid is uit God”, ligt de nadruk bij de NWT op de bekwaamheid meer op “we” en vervolgens “dankzij” in plaats van het diepere en sterkere “uit God”. Het zijn wellicht kleine nuance-verschillen, maar ze zijn er wel en het zijn er veel in de Nieuwe Wereldvertaling.

Wat ik zelf wel een duidelijk verschil vind, en dus ook een bewuste aanpassing, is het woordje “met” in vers 3 en daarna “de geest van een levende God”. De SV heeft “door”, als vertaling waar alleen maar “pneuma” staat. Er staat geen voorzetsel bij in het Grieks. “Door” niet en “met” ook niet. Het komt dus aan op de interpretatie van de vertalers. De Statenvertalers hebben het goed begrepen. Een “brief van Christus” is geschreven door de “Geest des levenden Gods” en dat in harten en niet “op”, dat is geen goed taalgebruik. De WTG-vertalers hebben “met” en dat is logisch als je weet dat men telkens probeert om te voorkomen dat de JG leest dat Christus en God Dezelfde is (let op enkelvoud!). Hier staat gewoon dat een gelovige een brief van Christus is, geschreven dóór Hem, het is immers een brief ván Christus. Aangezien het over onzienlijke dingen gaat (het inwendige), die brief is geschreven ín het hart, in het onzienlijke, wordt er gezegd dat het Geest is, Die de brief schrijft. Ook omdat Christus in deze tijd in het verborgene werkt. En dan heet Hij Heilige Geest. Dat is de Here Jezus Christus, die Zich niet laat zien, maar er wel is en ook actief is. Het zijn er in ieder geval niet twee. Het is er maar Eén die de brief schrijft. Wij kennen hem als Christus, die ook “de Geest des levenden Gods” is.

2 Korinthe 3 : 14 (“in” = “ev”)

De vertaling met “in” is beter omdat het gaat om het wegnemen van de bedekking en dat dit alleen ín Christus gedaan kan worden.

SV: Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door (in) Christus te niet gedaan wordt.
NWT: Maar hun denken was afgestompt. Want tot op de dag van vandaag blijft hun denken met dezelfde sluier bedekt wanneer het oude verbond wordt gelezen, omdat hij alleen via Christus wordt weggenomen.

Galaten 4 : 7 (door = “dia”)

SV: Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam van God door Christus.
NWT: Je bent dus geen slaaf meer, maar een zoon. En als je een zoon bent, ben je ook een erfgenaam dankzij God.

De oudste manuscripten hebben: “een erfgenaam door God.” Dat komt het WTG wel goed uit, want “erfgenaam van God door Christus” is lastiger weg te werken dan “erfgenaam door God”, wat in de NWT “erfgenaam dankzij God” is geworden. Voor een gelovige, die z’n Bijbel kent, maakt het niet uit. Die weet hoe het zit. Wij zijn erfgenamen enkel en alleen omdat wij ín Christus zijn. Deel van Hem zijn, Zijn Lichaam vormen, waarvan Hij het Hoofd is. Levende stenen in Zijn Tempel zijn (1 Petrus 2 : 5). Op die grond zijn wij Gods erfgenaam dóór of ín Christus.

Erfgenaam zijn komt dóór Hem, niet via Hem. In het eerste geval is Hij de oorzaak van dat erfgenaam zijn. In het tweede geval is het via hem, maar dan toch door, of vanuit, een ander. Hij was er wel bij betrokken, maar deed het niet zelf. Hij was niet de oorzaak, de bron. Zo probeert het WTG de importantie, de Grootheid, Wie Hij is (God Zelf) weg te werken in hun vertaling. Omdat zij dat ook in hun leringen doen. Die houden in dat de Here Jezus Christus bij veel dingen betrokken is, maar dat wat Paulus in Romeinen 11 rechtstreeks toepast op de Here Jezus Christus: “Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen,” niet waar zou zijn, volgens het WTG dan. Men ontkent ook zo dat “Dézen Jezus … dat God Hem tot Heere en Christus gemaakt heeft.” (Handelingen 2) en “En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden“. (Handelingen 4)

Efeze 3 : 14-21 (door = “dia”, 3 x)

SV: Om deze oorzaak buig ik mijn knieën tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus,
Uit Welken al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt,
Opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendigen mens;
Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en (= namelijk dat) gij in de liefde geworteld en gegrond zijt;
Opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij,
En bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods.
Hem nu, Die machtig is meer dan overvloediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt,
Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid in (“ev” in het Grieks) de Gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid. Amen.

NWT: Vandaar dat ik mijn knieën buig voor de Vader,
aan wie elke familie in de hemel en op aarde haar naam te danken heeft.
Ik bid dat hij vanuit zijn overvloedige majesteit de mens die jullie innerlijk zijn door de kracht van zijn geest sterk laat worden
en dat dankzij jullie geloof de Christus met liefde in jullie hart mag wonen. Ook bid ik dat jullie stevig geworteld en gefundeerd zullen zijn.
Dan zullen jullie samen met alle heiligen goed in staat zijn te bevatten wat de breedte en lengte en hoogte en diepte is,
en in staat zijn de liefde van de Christus te kennen, die alle kennis te boven gaat, zodat jullie vervuld worden met alle volheid die God geeft.
Aan hem die door zijn kracht die in ons actief is oneindig veel meer kan doen dan alles wat wij vragen of ons voor kunnen stellen,
aan hem komt de eer toe via
(“in”) de gemeente en via Christus Jezus, tot in alle generaties, voor altijd en eeuwig. Amen.

Het is Christus Zelf Die álles voorbrengt

Als er gebeden wordt in de Bijbel, dan is dat tot “de Vader”, want de Vader is de “Gever”. Dat is Zijn “functie”. Vervolgens gaat het alleen over de Heere Jezus Christus. De Statenvertaling zegt dat uit Hem – Heere Jezus Christus – alles is wat in de hemelen (2) en aarde is. De onbegrijpelijke NWT-vertaling met “aan wie elke familie in de hemel en op aarde genoemd wordt“, laat ik maar even links liggen…, net als de rest van de op z’n minst vreemde vertaling.

Dan volgt: “Christus, … Die machtig is meer dan overvloediglijk te doen.” Het is Christus Zelf Die álles voorbrengt. Die doet! Het is in Zijn macht. Als we God, de Vader, vragen, overeenkomstig Zijn wil, dan wordt het gegeven “in de Zoon” of “door de Zoon”. Door Christus dus, de Zone Gods, zegt het Nieuwe Testament op diverse plaatsen. Laat dit nou net hetgeen zijn wat het wachttorengenootschap níet wil aanvaarden en dus niet aan de Jehovah’s Getuigen leert. Bij de Jehovah’s Getuigen is het Jehovah die de Vader is, die voortbrengt. De opgestane Jezus Christus is dan wel het “middel”, en dus het woord “via”, maar Hij is het niet zelf, bij de JG. Hoe dat er dan uit zou moeten zien? Dat weet ik ook niet. Het is niet meer te begrijpen omdat het WTG er “twee Wezens” van gemaakt heeft. Eén Wezen is God, Jehovah. Het andere Wezen is Jezus Christus, geschapen "Via" in de Nieuwe Wereldvertaling(biologie) door Jehovah. Als ze het uittekenen, dan zie je twee Wezens, Vader en Zoon.

In de Bijbel vind je dit zo niet terug. De Vader is daar de Onzienlijke, niet te tekenen dus. Het gaat niet over “twee Wezens”, maar over twee “functies met specifieke kenmerken t.o.v. elkaar”. Het is zeker geen “biologie”, zoals bij vader en lijfelijke zoon (kind) bij de mens het geval is. Door menselijke biologie te leggen op begrippen die God hanteert om Zijn Werk duidelijk te maken, doen we Zijn Woord en Zijn Grootheid zwaar tekort. Het WTG doet dit, omdat men kennelijk maar wil dat God eenzelfde “biologie” kent als de mens. Wellicht omdat men het idee heeft dat de mens “naar Gods beeld geschapen is”. Maar dat gaat in ieder geval niet over u en mij. Dat gaat over Christus, uiteraard. De tweede (of laatste) Adam. (2 Korinthe 5 : 45) In Genesis 1 : 26 stond ook al “Adam” en niet “mensen”. De mens waar wij uit voortgekomen zijn, komt in Genesis 2 : 7 aan de orde. Eerst Adam en later “aangevuld” met Eva.

Filippenzen 4 : 13 (door = “dia”)

SV: Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft.
NWT: Voor alles ben ik sterk genoeg dankzij hem die mij kracht geeft.

De oudste manuscripten laten “Christus” weg. Op basis van goede redenen (Galaten 2 : 20; 1 Timotheüs 1 : 12) zou het later ingevoegd zijn. De gelovige weet echter door Wie Paulus alle dingen vermag, d.w.z. het “vermogen” heeft. Dóór en ín Christus uiteraard. De Here Jezus Christus stelde Hem persoonlijk aan! “Dankzij” is wel een te snappen vertaling, maar het haalt de diepte van “door Hem” weg. Het is nergens voor nodig! “Door” kan wel “dankzij” opleveren, maar “dankzij” hoeft helemaal niet te betekenen dat de persoon in kwestie het zelf gedaan heeft. En dat is ook juist wat het WTG steeds leert. Christus speelt wel een “belangrijke rol”, maar Hij is niet dé Hoogste, de Belangrijkste. De Bijbel leert dat anders. En dus mag u kiezen wie u gelooft. De Bijbel of het wachttorengenootschap? Beide gaat niet, want ze leren allebei iets anders over de Godheid van Christus, over het Wezen Gods.

Filippenzen 4 : 19, 20 (door = “ev”, wat “in” betekent)

SV: Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus. Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
NWT: En mijn God zal jullie uit zijn grote rijkdom via Christus Jezus alles geven wat jullie nodig hebben. Aan onze God en Vader komt de eer toe, voor altijd en eeuwig. Amen.

Filemon : 6 (door = “ev”, wat “in” betekent)

SV: Opdat de gemeenschap uws geloofs krachtig worde in de bekendmaking van alle goed, hetwelk in ulieden is door Christus Jezus.
NWT: Ik bid dat je door het geloof dat je met ons deelt, leert inzien hoeveel goede dingen we via Christus hebben.

Wat is er mis met “door Christus Jezus”? Dat had het WTG toch gewoon zo kunnen laten staan. Er “via” van maken is totaal overbodig. Het maakt het alleen maar onduidelijker, zoals ik verderop wil laten zien, als we inzoomen op het woord “via”.

Tot slot van dit beperkte overzicht van “via” in de NWT (Zoekresultaten “via” op wol.jw.org.) de eerste verzen van Hebreeën 1 in de NWT.

Lang geleden sprak God bij veel gelegenheden en op veel manieren tot onze voorvaders via de profeten.
Maar nu, aan het eind van deze dagen, heeft hij tot ons gesproken via zijn Zoon, die hij heeft aangesteld als erfgenaam van alle dingen en via wie hij de samenstelsels van dingen heeft gemaakt.
Hij is de weerspiegeling van Gods glorie en zijn volmaakte evenbeeld, en door zijn krachtige woord houdt hij alle dingen in stand. Nadat hij ons van onze zonden had gereinigd, heeft hij plaatsgenomen aan de rechterhand van de Majesteit hoog daarboven.
Hij is dus beter geworden dan de engelen in die mate dat hij een naam heeft geërfd die hun naam overtreft. 

Hebreeën 1 is diep triest in de Nieuwe Wereldvertaling

Er is heel veel te vertellen over de misvertaling van deze verzen in de NWT. Niet alleen in deze eerste vier verzen. Kijk ook eens naar vers 8 bijvoorbeeld. Het is echt diep triest. Zie o.a. het artikel “Uw troon, o God bij Jehova Getuigen” op deze website. Hierbij de Statenvertaling-versie van Hebreeën 1 : 1-4:

God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon;
Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld (“aion” = eeuwen) gemaakt heeft;
Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen;  
Zoveel treffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geërfd heeft.

De betekenissen van “door” en “via” zijn net wat anders

Ik wil nog wat inzoomen op het verschil tussen “via” en “door”, die toch net wat anders uitdrukken, hoewel de woorden met elkaar verwant zijn. Ons woord “via” heeft wel wat te maken met “door”, maar dezelfde diepte zit er niet in. De “gevoelswaarde” en dus de feitelijke betekenis is niet geheel gelijk. Voorbeeld: “Ik reis naar Engeland via water” of “ik reis naar Engeland door water”. In het eerste geval reis ik met een boot op het water, wat via het water is. In het tweede geval reis ik “onder water”, met een duikboot, dóór het water.

Ander voorbeeld: “Deze schuur is gemaakt door onze timmerman”, tegenover “deze schuur is gemaakt via onze timmerman”. Als we kiezen voor het woord “via” dan doen we dat om de betrokkenheid van onze timmerman weer te geven, waarbij er impliciet gezegd wordt dat hij het niet noodzakelijkerwijs zelf gemaakt hoeft te hebben. Hij hoeft er zelfs niet voor op de bouwplaats geweest te zijn om toch te kunnen zeggen dat de bouw “via” hem gegaan is. Als onze timmerman de schuur zelf gebouwd heeft, of er op z’n minst aan meegebouwd heeft, dan gebruiken we in onze taal “door”. Het zijn nuances, die we vormgeven in het woordgebruik en zo aan de luisteraar overbrengen.

De Auteur van de Bijbel kiest Zijn woorden

De Auteur van de Bijbel is God Zelf. Het is Zijn boek. Dan mogen we er vanuit gaan dat de woorden die God kiest om zo iets belangrijks – van levensbelang zelfs – als Zijn Woord, als Zijn Plan, als Zijn beloften, zo over te brengen als Hij dat wenst. Om te beginnen in de taal waarin het geschreven is. Dus als er gekozen is voor het Griekse woord “dia”, wat de Statenvertalers meestal vertalen met “door”, dan is dat niet voor niks. Als het woord “via” gebruikt had moeten worden, dan had de Auteur ongetwijfeld voor “μέσω = mesos” (Strongnr. G3319) gekozen. Als één van de betekenissen wordt “weg” aangegeven bij het Griekse woord “mesos”, dat vertaald wordt met “via”. We kennen het uit het Latijn en zo is het in onze taal terechtgekomen. “Via” is namelijk het Latijnse woord voor “weg”, in de zin van “straat”. We kennen bijvoorbeeld de beroemde “weg van Appius”, die in het Latijn “Via Appia” heet.

Het woord “μέσω (mesos)” was toen wel bekend, maar komt niet voor in het Griekse Nieuwe Testament. In de Griekse vertaling van het in het Hebreeuws geschreven Oude Testament (Septuagint) komt het echter redelijk vaak voor. Dat bewijst dat dit woord voor “via” bekend was in de tijd dat het Nieuwe Testament geschreven werd. Maar de Schrijver, doorgegeven aan de schrijvers, maakte geen gebruik van dit woord.

“Via” in de Latijnse Vulgaat

Er is ook een bijbelvertaling in het Latijn, de Vulgaat. Daar komt in het NT het woord “via” in voor, maar dan in de betekenis die met “weg” te maken heeft. In de hier genoemde teksten, waar het WTG “via” heeft staan, komt het niet voor. Daar wordt het woord “per” gebruikt. In 2 Korinthe 1 : 5 staat dan “per Christum”, dóór Christus. Als de vertalers van het Grieks naar het Latijn hadden begrepen dat hier “via”, als aanduiding van “de weg tot”, bedoeld was in het Grieks, dan had men dat wel zo vertaald. Maar dat deed men dus niet. Ook de vertalers van de Latijnse Vulgaat, hebben in deze verzen “per”, dat wij vertalen met “door”. Dit Latijnse woord “per” is terug te vinden in ons woord “persoon”. In het Latijn komt dit van “persona”, een samenstelling van de woorden “per” en “sona”. “Per” is “door” en “sona”, waar het Engelse woord “sound” in zit, is “klinken”. In de Vulgaat komt het o.a. voor in 2 Korinthe 2 : 10 “cui autem aliquid donatis et ego nam et ego quod donavi si quid donavi propter vos in persona Christi“. In de Statenvertaling staat het zo:

Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want zo ik ook iets vergeven heb, dien ik vergeven heb, heb ik het vergeven om uwentwil, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan over ons geen voordeel krijge;

De King James Vertaling: “… in the person of Christ;” Het NWT heeft: “… heb ik gedaan ter wille van jullie, voor de ogen van Christus,”

Het aangezicht van Christus

Het aangezicht van Christus is datgene wat gezien kan worden. Christus is gezien en kan gezien worden, hoewel hij zich in deze tijd verbergt. Hij is het “Afschijnsel Zijner heerlijkheid”, het “uitgedrukte Beeld Gods”. “Aangezicht van Christus” vertalen met “voor de ogen van Christus” doet geen recht aan waar het hier over gaat. Bij “voor de ogen van” ligt de nadruk op dat het gezien wordt. Dat wordt de JG dan ook geleerd: “let op! God ziet alles!” Bij de tekst in de King James, “in the person of Christ“, ligt de nadruk op Christus. Op Hem als Persoon. Het gaat om het “doorklinken”, om “persona”, dat wat te horen en te zien is van God Zelf, en dat is Christus. De 2 Korinthe 1 : 5 in de King James, vertaald naar het Nederlands, kan er dan zo uit zien:

… vergaf ik het omwille van u in de persoon van Christus;

Alles is gemaakt door Christus

“Via” in de Nieuwe Wereldvertaling. En dan komen we terecht in Kolossenzen 1. Om te beginnen met de Statenvertaling, van vers 15-20. Het gaat ook in deze verzen over de Here Jezus Christus. In het Nieuwe Testament is er “geen andere Naam”… Dus de Here Jezus Christus is…

Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen.
Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem;
En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.
Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou;
En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.

In het kader van de betekenis van “via” en “door” heb ik op te merken dat álles is gemaakt dóór Christus, het “deel” van God dat gezien kan worden (van een mens ziet een ander ook alleen maar de buitenkant). Hij heeft dat Zelf gedaan. Dat is te lezen in de gebruikte taal. Als er “via” staat, dan wijst dat dus veel eerder op dat Hij het niet zelf heeft gedaan, maar dat het gedaan is (hoe dan?) via Hem. Hij heeft er een rol ingespeeld, waarschijnlijk zelfs een belangrijk, maar Hij (Christus) heeft het niet zelf gedaan, is de gedachte. Heel bewust ingebracht door het WTG, dat dit ook zo leert aan de eigen volgelingen en ook aan die eventueel volgeling willen worden. Trap er niet in!

Kolossenzen 1 in de Nieuwe Wereldvertaling

Uiteraard is mijn bewering dat het wachttorengenootschap heel bewust veranderingen aanbrengt in hun “bijbel”, te zien in de vertaling van Kolossenzen 1 : 15-20 in de NWT:

Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van de hele schepping.
Want via hem zijn alle andere dingen in de hemel en op aarde geschapen, de zichtbare en de onzichtbare, of het nu tronen, heersers, regeringen of autoriteiten zijn.
Alle andere dingen zijn via hem en voor hem geschapen.
Hij bestond vóór alle andere dingen en via hem zijn alle andere dingen tot bestaan gebracht,
en hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente.
Hij is het begin, de eerstgeborene van de doden, zodat hij in alles de eerste zou worden.
Want God wilde graag alle volheid in hem laten wonen
en via hem alle andere dingen weer met zich verzoenen, zowel de dingen op aarde als de dingen in de hemel, door vrede te maken via het bloed dat hij aan de martelpaal heeft vergoten.

Er deugt teveel niet aan deze verzen in de NWT om ze hier te bespreken. De laatste zin zegt bijvoorbeeld iets heel anders dan in de Statenvertaling. Ik laat het maar liggen voor dit moment. Wat ik wel moet zeggen is dat hier zeer schaamteloos het woord “andere” is ingevoegd, zodat er in de NWT staat: “alle andere dingen” en “andere dingen”. Dat is heel bewust gedaan door het WTG om hun leer dat Jezus – in den beginne – het eerste Schepsel van Jehovah was, en dat Jehovah alles geschapen heeft “via de eerstgeborene” (nogmaals: hoe dan?). Dat stemt wel overeen met het veranderen van “door” in “via”, zoals beargumenteerd. Het WTG heeft nu eenmaal een andere “rol” voor de Here Jezus Christus bedacht, dan de Bijbel benoemt.

Meer over Kolossenzen 1 in het artikel “Jezus Christus is schepsel volgens Jehovah’s Getuigen” op deze website.


“Via” in de Nieuwe Wereldvertaling

“Via” in de Nieuwe Wereldvertaling

Geef een reactie

Translate »