De losprijs bij Jehovah’s Getuigen

De losprijs bij Jehovah’s Getuigen. Het wachttorengenootschap (WTG) hanteert een eigen jargon. Bijvoorbeeld “door bemiddeling van” (is nu “via”), waar “door” staat en “in eendracht met”, waar “in” staat in de Bijbel. “De losprijs” is ook zo’n kenmerkend begrip voor de Jehovah’s Getuigen (JG) . Ze hebben zelfs “de overeenkomstige losprijs” geïntroduceerd in hun Nieuwe Wereldvertaling (NWT). Een eigen bedenksel, waarmee de leermeesters op het hoofdkantoor in de Verenigde Staten laten zien dat ze ook van dit onderwerp nagenoeg niks begrepen hebben. Op hun website staat bijvoorbeeld dit:

De offerdood van Christus is de belangrijkste losprijs in de Bijbel. Die betaalde hij om gehoorzame mensen te bevrijden van zonde en dood (Ps 49:7, 8; Mt 20:28; Ef 1:7).

Ik neem aan dat wie het Woord Gods wel kent, meteen ziet wat fout is aan wat hier gezegd wordt door het wachttorengenootschap. Te beginnen met een detail. Als men het helemaal correct had willen zeggen, dan had men hier “offerdood van Jezus” moeten zeggen. Christus sterft niet. Hij is de Eersteling van de Nieuwe Schepping, aangesteld op de dag dat de aan het kruis gestorven Here Jezus opstond “van tussen de doden uit” (zie o.a. Handelingen, 2, 4 en 13). Uit Johannes 12 : 34 blijkt dat men toen – uit het Oude Testament – al wist dat de Christus niet meer zou verdwijnen, als Hij eenmaal gekomen zou zijn.

De schare antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus blijft in der eeuwigheid; en hoe zegt Gij, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden? Wie is deze Zoon des mensen?

Christus blijft in der eeuwigheid. Die zou niet even verdwijnen in de dood. “De offerdood van Christus” is dus in detail geen goede uitdrukking. Hier wordt ook aangegeven dat de “Zoon des mensen” nog verhoogd moest worden. Verderop kom ik terug op “Zoon des mensen”, waarvan het WTG onterecht “Mensenzoon” heeft gemaakt.

Het woord “offerdood” staat niet in de Bijbel

Ook het woord “offerdood” is niet correct. Het komt in de Bijbel niet voor; ook niet in de Nieuwe Wereldvertaling. Maar wel in het typische jargon van de JG; het levert 58 resultaten op bij het zoeken op wol.jw.org. De uitdrukking is kennelijk ontstaan uit het niet echt begrijpen van wat een offer is. Als er iets geofferd wordt, wordt er iets aangeboden. Wordt er iets geoffreerd. Als het om het offer van de opgestane Here Jezus Christus gaat, dan is het níet de dood aan het kruis die aangeboden wordt, maar Zijn leven. Hij biedt Zijn leven aan God aan. Hij offreert dat, zodat er daarna iets mee gedaan kan worden. Johannes 10 : 11:

Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen.

Dat gaat over het léven van de goede Herder, de Here Jezus Christus. Schapen (gelovigen) hebben niks aan een dode herder. Zij worden geleid naar “grazige weiden” door een levende Herder. Gelovigen zijn ín Hem en worden door Zijn bloed (Zijn leven) gereinigd en gevoed. Daar spreekt het Nieuwe Testament over, waar het over “offer” en “Zijn Lichaam” gaat. Vanaf de opstanding gaat het bij het aangeboden offer om het leven. Het geoffreerde (en door God aangenomen) leven van de Here Jezus Christus als Hoofd van Zijn Lichaam, dat bestaat uit gelovigen vanaf Zijn opstanding.

Onder het Oude Verbond werden er offers op het altaar gebracht. Maar op dat altaar werd niet gedood. Het dier in kwestie werd op de slachtbank gedood. De Here Jezus stierf geen “offerdood aan de martelpaal”, zoals het WTG leert. De Here Jezus stierf aan het kruis omdat hij voldeed aan de “wet op de lossing”. Hij vervulde ook dé wet, waarin het betalen van het loon op de zonde, verlangd werd. Door “aan het hout te hangen” verloste Hij, de Heere Jezus, de gehele mensheid van de wet waarin staat dat wie (de ziel) zondigt (het doel mist) sterven zal. Galaten 3 : 13:

Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt.

Het is Christus die door dood en opstanding tot vloek gemaakt is en ons verlost heeft van die vloek. In de Bijbel is “lossen” “verlossen”, “goël” = “bloedwreken”. Het is terug te vinden in de wet aan Israël, evenals de bepaling rondom erfrecht. O.a. Leviticus 25, Deuteronomium 25 en Numeri 27. Het was aan de Verlosser van Israël om dat te doen, zo werd er al geprofeteerd in bijvoorbeeld Jesaja 41: 

Vrees niet, gij wormpje Jakobs, gij volkje Israëls! Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israëls!

Deze HEERE (Jehovah) is Mens geworden en als Zoon des mensen (Erfgenaam van Adam), waardoor Hij dus “het recht op lossing” had, is Hij tot zonde geworden (gemaakt). Daarna bood Hij Nieuw Leven, dat uiteraard zonder zonde is, aan God aan. Als er dus in het Nieuwe Testament gesproken wordt over “Zijn bloed”, dan gaat over Zijn Leven; het leven van de Opgestane Heer en Heiland (Verlosser). Bijvoorbeeld in Efeze 1 : 7:

In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade,

Dat gaat over gelovigen; het is geschreven aan heiligen / gelovigen. Die hebben de verzekering dat Zijn bloed (dat het Lichaam reinigt en voedt) wegdoet wat er in het vlees (de oude mens) verkeerd gaat. Uit Zijn Genade! Maar het wachttorengenootschap ziet dit niet, omdat ze niet gelooft dat het zo werkt. Net als bijvoorbeeld het Rooms-Katholicisme heeft het JG-bestuur halt gehouden bij het kruis, dan wel in hun geval de “martelpaal”. Bij de RK is dat te zien aan het kruis met corpus, terwijl er een glorieuze opstanding heeft plaatsgevonden. Het kruis is leeg! Bij de JG is het te zien in wat men leert over de “Zijn bloed”. Daarbij komt men schamelijk niet verder dan wat zij noemen zijn “offerdood”. Aangezien dit bewezen moet worden via hun eigen Nieuwe Wereldvertaling is Efeze 1 : 7 tot het volgende geworden:

Via hem, door zijn bloed, hebben we de verlossing door losprijs, de vergeving van onze overtredingen, dankzij de overvloed van zijn onverdiende goedheid.

En hup… daar hebben we het woord “losprijs”. Het WTG wilde het genoemd hebben, en dan komt het er ook in… Uiteraard staat het zo niet in de grondtekst van het Nieuwe Testament in het Grieks. Volkomen negerend dat het woord “losprijs” (in de betekenis die er aan gegeven wordt) hier niet staat, omdat de Auteur (God Zelf) het helemaal niet heeft over de dood van Jezus aan het kruis van Golgotha, voegt het WTG het zelf in. En de JG maar denken dat het zo in de Bijbel staat… Hierbij een aantal Bijbelteksten (uit de Statenvertaling in vergelijk met de NWT) waaruit duidelijk blijkt dat het om het heden “in Christus” gaat en niet over de kruisdood van Jezus.

Efeze 2 : 13
SV: Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus.
NWT: Maar nu zijn jullie, die eens veraf waren, in eendracht met Christus Jezus dichtbij gekomen, door het bloed van de Christus.

Hebreeën 9 : 14
SV: Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om den levenden God te dienen?
NWT: hoeveel te meer zal dan het bloed van de Christus, die door een eeuwige geest zichzelf onbesmet aan God heeft geofferd, ons geweten reinigen van dode werken zodat we heilige dienst voor de levende God kunnen doen?

1 Petrus 1 : 19
SV: Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam;
NWT: maar met kostbaar bloed, zoals dat van een lam zonder smet of gebrek, namelijk dat van Christus.

Door de vertaling “met kostbaar bloed” wil het WTG de aandacht vestigen op het bloed van Jezus op Golgotha. Dat doen overigens wel meer vertalingen. Men denkt zo snel aan het kruis, terwijl het in de Bijbel gaat over het vervolg op dat kruis: de opstanding. Maar de Statenvertalers zagen het goed en voegden het woordje “met”, dat er ook niet staat in het Grieks, niet toe. Hun “door het dierbaar bloed van Christus” wijst op de situatie onder het Nieuwe Verbond, op het leven van de gelovigen ín Christus, Die het onbestraffelijk en onbevlekt Lam geworden is.

1 Johannes 1 : 7
SV: Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
NWT: Maar als we in het licht lopen zoals hij zelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden, en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. 

Johannes spreekt heel duidelijk in de tegenwoordige tijd. Ook in de NWT. Wij (gelovigen) hebben gemeenschap met elkaar (zijn één). Dat kan alleen ín Christus, in Zijn Lichaam. Daarna volgt de verklaring dat – in het Lichaam van Christus – wij door Hem (Zijn bloed) gereinigd worden. Dat gaat over ons leven in de oude mens, terwijl wij aan de andere kant ook al wedergeboren zijn tot kinderen Gods en dus een Nieuw Schepsel in Christus geworden zijn. Daar gaat het ook over in:

Openbaring 1 : 5
SV: En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.
NWT:
en van Jezus Christus, ‘de Trouwe Getuige’, ‘de eerstgeborene van de doden’ en ‘de Heerser over de koningen van de aarde’.
Aan hem die van ons houdt en die ons door zijn eigen bloed van onze zonden heeft bevrijd.

Hij reinigt ons (gewassen) in Zijn bloed. Dat is niet hetzelfde als “bevrijd” in de NWT. Dat woord staat uiteraard ook niet in de Griekse grondtekst. Het is er door de JG neergezet, kennelijk in een poging om te wijzen op “het vergoten bloed aan de martelpaal”. Maar daar gaat het hier helemaal niet over. Het gaat over wat de Heer nú doet. “Die ons heeft liefgehad” betekent niet dat Hij daarmee gestopt is. “Ons van onze zonden gewassen heeft” betekent evenmin dat hij ermee gestopt is.” Dit kan zo in de taal. Dat doet Hij nog steeds.

Waarvoor was volgens het WTG een losprijs nodig?

Ergens heeft het wachttorengenootschap bedacht dat wat Adam (die men “volmaakt” verklaart, zonder dat de Bijbel dit leert) fout had gedaan exact op die manier goed gemaakt moest worden door “een ander volmaakt mens”. Door iemand die wel trouw was (en dus niet zondigde), in tegenstelling tot Adam. Ment noemt dat dan een “overeenkomstige losprijs”. Dat “overeenkomstige” staat in ieder geval niet in de Bijbel, ook niet in 1 Timotheüs 2 : 6, waar het WTG dit wel in heeft laten noteren in hun Nieuwe Wereldvertaling. Zo “bevestigt” men wat men over dit onderwerp leert. De King James heeft daar “ransom” staan. Dat kan “verlossing” of “bevrijding” betekenen of “losprijs”. Zo (losprijs) past het WTG het woord toe op de dood van de Here Jezus. Maar dit gaat niet over de dood van de Here Jezus. Het gaat over de levende Christus, Die Zichzelf tot “rantsoen” gegeven heeft. Dat zou kunnen slaan op de betekenis van “losgeld”, dat ook een betekenis is van het woord “rantsoen”, maar het is niet de enige betekenis.

NWT: die zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor iedereen. Daarvan zal worden getuigd op de juiste tijd ervoor.
SV: Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd;

Het aanwijzend voornaamwoord “Die”, wijst op de Mens Christus Jezus. Door het zo te zeggen, wijst Paulus op de opgestane Here Jezus Christus. Er is nog een andere betekenis van het woord “rantsoen”, namelijk: “de hoeveelheid voedsel, die dagelijks verstrekt wordt“. In de context wordt duidelijk wat de betekenis van het woord zou moeten zijn. Ik denk dat de Statenvertalers het goed begrepen hebben. Christus (vers 5 zegt: “God, Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus”); heeft Zichzelf gegeven voor allen (dat kan op deze plaats alleen voor alle gelovigen zijn). Om wat de doen? “Zijnde getuigenis” (voeden) op Zijn tijd”. Een “bepaalde hoeveelheid voedsel, die dagelijks verstrekt wordt”, zou je kunnen zeggen. In dat geval is het volgende vers (7) ineens heel duidelijk:

Waartoe ik gesteld ben een prediker en apostel (ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet), een leraar der heidenen, in geloof en waarheid.

Paulus is door Christus aangesteld om die leraar, de door Christus persoonlijk gezondene, de prediker in geloof en waarheid, te zijn. Hij was aangesteld om dat dagelijkse “rantsoen” uit te delen aan de gelovigen in Christus. Hij was in dienst van de Here Jezus Christus en dat ten behoeve van allen die geloven. Uiteraard is de Christus dé Middelaar voor alle mensen – gelovigen en ongelovigen – maar dat kan alleen maar effectief zijn als de mens in kwestie gelooft en daarmee de Middelaar aanvaardt. Wie niet gelooft in de Middelaar Gods, heeft in de praktijk ook niks aan dat Middelaarschap.

Het gaat in dit gedeelte wat mij betreft over de tijd en omstandigheden vanáf Zijn opstanding en niet over wat er vóór gebeurde. Het WTG denkt echter dat wel gaat om “prijs die Jezus aan de martelpaal betaalde”, zo blijkt uit hun vertaling, waarbij ze schaamteloos het niet in de grondtekst staande woord “overeenkomstige” hebben ingevoegd. Dat men het niet begrijpt, blijkt ook wel uit de tweede zin van vers 6 in de NWT: “Daarvan zal worden getuigd op de juiste tijd ervoor“. Taalkundig is dit een vreemde zin geworden. Je weet eigenlijk niet wat je er mee aan moet. In hun vorige versie van de Nieuwe Wereldvertaling had men dit staan: “[hiervan] dient op de speciaal daarvoor bestemde tijden getuigenis te worden afgelegd“.

Dat was tenminste wel duidelijk, hoewel dit er uiteraard in de verste verte niet zo staat in de Bijbel. Van 1984 – 2017 was dit de boodschap aan de Jehovah’s Getuigen. Dit hadden ze maar te doen, als ze langs de deur gingen. Het was immers een “bijbelse opdracht”… Als een JG toen had verklaard dat dit fout was, had hij zo maar uitgesloten kunnen worden. Sinds 2017 (2013 in het Engels) heeft het WTG die dwingende opdracht duidelijk afgezwakt. Zal wel nieuw licht zijn… In ieder geval gaat het steeds zo met die Nieuwe Wereldvertaling. Het wisselt nogal. Je kunt er niet op vertrouwen dat wat er staat ook is wat er staat in de grondtekst van de Bijbel.

De “overeenkomstige losprijs”

De focus van het wachttorengenootschap op de “overeenkomstige losprijs” is gebaseerd op nog twee Schriftplaatsen. Eigenlijk is het er maar één, want Mattheüs 20 : 28 en Markus 10 : 45 zijn parallelverzen:

Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.
Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen, om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen

Ook nu hebben de Statenvertalers weer “rantsoen”. Daarnaast hebben ze ook de gebruikte titel in tact gelaten, namelijk: de “Zoon des mensen”, wat staat voor de “Erfgenaam van Adam” (“zoon” in de Bijbel is altijd als eerste “dé erfgenaam). Het WTG heeft daar “Mensenzoon” van gemaakt en daarmee de betekenis van deze titel aan de kant geschoven. Het is tot iets nietszeggend gemaakt. Het NWT heeft dit staan in de genoemde verzen:

Zo is ook de Mensenzoon niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als een losprijs in ruil voor velen.
Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als een losprijs in ruil voor velen.

Door hier het woord “losprijs” te gebruiken, laat men zien dat niet begrepen wordt waar het hier over gaat. Het WTG meent namelijk dat hier (tijdens Jezus’ aardse bediening) al aangekondigd werd dat de “Mensenzoon” zou gaan sterven. Zij interpreteren “en zijn leven te geven” (wat zo goed vertaald is!) als het opgeven van zijn leven door te sterven. Alleen heeft men een essentieel onderdeel van deze tekst dan toch gemist. Er wordt namelijk besloten met: “in ruil voor velen”. Daarmee wordt gezegd dat het niet voor allemaal is. En dus kan het niet gaan over Zijn kruisdood. Want Zijn sterven op Golgotha was ten behoeve van de gehéle mensheid. Voor iedereen die geboren was “in Adam” of dat nog zou worden. De complete oude schepping werd daar ter dood gebracht. In ieder geval al juridisch, het definitieve verdwijnen van de oude schepping, vindt zijn voltooiing op de Jongste Dag.

De Bijbel is heel duidelijk over voor wie de Here Jezus gestorven is. Voor allemaal namelijk! De Apostel Paulus leert in 2 Korinthe 5 en Romeinen 6:

Als die dit oordelen, dat, indien Een voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. ….

Maar daar heeft de Here Jezus het niet over in het verslag in Mattheüs en Markus. Hij is al verder. De kruisdood voorbij. De Here Jezus wijst door het gebruik van de term “Zoon des Mensen” (Erfgenaam van Adam) op de tijd dat Hij die Zoon des mensen zou zijn. Hij was toen nog niet als zodanig aangesteld. Hij werd de rechtmatige Erfgenaam van Adam bij Zijn opstanding van tussen de doden uit. Op dit punt in Zijn bediening, waarin Hij voortdurend aangeeft Wie Hij zal zijn, conform wat voorzegd is, spreekt Hij over het leven onder het Nieuwe Verbond, in de Nieuwe Schepping. Er staat: “De Zoon des mensen zál dienen, dat is (en) Zijn leven geven tot rantsoen voor velen”. Velen, maar niet allen, niet iedereen, zou gebruik maken van dit dienen door de Zoon des Mensen.

Gehoorzame mensen te bevrijden van zonde en dood?

Even terug naar de zin op de JG-website: De offerdood van Christus is de belangrijkste losprijs in de Bijbel. Die betaalde hij om gehoorzame mensen te bevrijden van zonde en dood.

Het woord “gehoorzame” maakt wat hier staat absoluut onbijbels: “Die betaalde hij om gehoorzame mensen te bevrijden van zonde en dood“. Het WTG stelt dat: gehoorzame mensen bevrijd zouden worden, van zonde en dood, door de “dood des Heeren”, maar ongehoorzamen (ongelovigen) niet. Die zouden dan niet verlost zijn van die dood en zonde. Daarmee heeft het WTG een geheel eigen “evangelie” verzonnen, want zo leert de Bijbel het zeker niet. De Apostel Paulus leert in Romeinen 6:

Want de bezoldiging (loon) der zonde is de dood, ...

De Here Jezus betaalde eens en eenmalig het “loon der zonde” voor álle mensen. Daartoe was hij juridisch gerechtigd, omdat Hij uiteindelijk de Erfgenaam (Zoon) van Adam is. Elk mens is gestorven. Alle mensen en niet alleen “velen”. Doordat de Here Jezus als mens (in vernedering) tot aan het einde (het doel) trouw (= geloof) bleef aan de Woorden Gods, werd Hij na Zijn sterven “uitermate verhoogd” (Filippenzen 2 : 9). Op grond ván Zijn geloof (Romeinen 3 : 22 en Galaten 3 : 22 in SV) werd Hij aangesteld tot Christus (Messias) en erfde Hij de Hoogste Naam boven alle naam. En zo kennen wij Hem nu als Here (Jehovah) Jezus Christus. Dat maakt overigens voor iedereen de weg vrij om rechtstreeks tot Hem te komen om deel uit te maken van de Nieuwe Schepping, die onvergankelijk is en alleen ín Christus bestaat. Niet iedereen (allen) doet dit, maar velen wel. En aan die velen heeft de Heer Zijn Leven gegeven. Hen voedt en reinigt Hij, op Zijn tijd. Nu dus!

Adam zondigde niet

Er is in dit verband nog wat te behandelen over de leer van de Jehovah’s Getuigen omtrent “de overeenkomstige losprijs” en “Jezus’ loskoopoffer”. Het onderwerp komt bij de JG al in hoofdstuk 5 van het boekje “Wat leert de Bijbel echt?” aan de orde. Uit dit boekje krijgen met name degenen les die geïnteresseerd zijn in wat het wachttorengenootschap leert. En dan is het opletten geblazen, want voordat de “student” het goed en wel in de gaten heeft, heeft hij of zij al iets aanvaard wat de Bijbel juist níet leert. En daar kom je daarna niet meer vanaf… Daar staat dit hoofdstuk – net als het hele boekje – vol mee. Veel teveel om hier te behandelen. Maar vraag het gerust als u meer weten wil.

Ik kan ook onmogelijk op deze plaats het hele onderwerp “Adam” behandelen. Maar de Bijbel leert in ieder geval niet wat het WTG verkondigt over Adam (inclusief dat hij “volmaakt” zou zijn, wat dat ook betekenen mag…). Ik moet mij beperken tot een Bijbels antwoord op deze foute conclusie:

Het is dus duidelijk dat Adam een heel hoge prijs betaalde toen hij ongehoorzaam werd aan God en ter dood werd veroordeeld. Zijn zonde kostte hem zijn volmaakte menselijke leven en alle zegeningen die daarmee samengingen.

Toen Adam zondigde, verloor hij het kostbare bezit van volmaakt menselijk leven.

Dat is in ieder geval niet wat de Apostel Paulus leerde. Die zei het zo in het hoofdstuk waar het WTG “de overeenkomstige losprijs” in heeft geplaatst. Vers 14:

SV: En Adam is niet verleid geworden; maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding geweest.
NWT: En Adam werd niet bedrogen, maar de vrouw werd grondig bedrogen en overtrad Gods gebod.

De verklaring dat “Adam zondigde”, als gevolg van “verleiding”, zegt Paulus, klopt dus niet. Het was Eva die Gods gebod overtrad en daarmee zondigde. En toch wordt die zonde van ongeloof in wat God gesproken heeft, want daar ging het om, aan Adam toegeschreven in de Bijbel. De verklaring is eenvoudig. Adam nam als man de verantwoordelijkheid op van wat zijn vrouw, waarmee hij een eenheid vormde, gedaan had. Hij nam de schuld op zich en werd alzo “tot zondaar gemaakt”. Datzelfde kennen we van een latere periode in de Heilsgeschiedenis. In Adam werd het type daarvan al gegeven. De Here Jezus was evenmin schuldig aan de zonde, maar hij werd daartoe wel gemaakt, zodat Hij die schuld rechtmatig kon wegnemen. Hij nam vrijwillig, willens en wetens, de schuld op zich en dus ook de dood, die bij deze schuld (zonde) hoorde. Net zoals Adam dat deed, nadat Eva gezondigd had. 2 Korinthe 5 leert:

Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt,

De blindheid van het wachttorengenootschap

Het ongeloof van het wachttorengenootschap in wat God gesproken heeft, leidt tot een vergaande blindheid inzake Gods Woord de Bijbel. Ook als het gaat over wat de leiding noemt de “overeenkomstige losprijs”, over de zondeval van Adam en over zoveel onderwerpen. Men kent de Schrift niet of in ieder geval niet goed. Het WTG ontwikkelt meestal zelf een leerstelling en “winkelt” vervolgens in de Bijbel om die leringen te “bewijzen”. Als dat niet zomaar lukt, dan deinst men er niet voor terug om de bron aan te passen. Aangepaste Bijbelteksten komen dan in hun eigen Nieuwe Wereldvertaling terecht. Vervolgens wordt aan de eigen leden – en aan degenen die met hen studie uit de WTG-lectuur doen – het nog eens uitgelegd op basis van die veranderde teksten. Wie dit niet doorheeft, leert iets wat niet klopt met de Bijbel en dat steeds weer en steeds meer. Daar kom je niet vanaf als je niets anders dan WTG-lectuur en de Nieuwe Wereldvertaling leest. Niet doen dus en… pas op voor de organisatie van Jehovah’s Getuigen!


De losprijs bij Jehovah’s Getuigen

2 Reacties

  1. Frits van Pelt 03/02/2020
  2. Vincent protin 02/02/2020

Geef een reactie

Translate »